Richtlijn en stappenplan brengt hulp aan mensen die zorg mijden dichterbij
- 6 januari 2022
- Nieuwsbericht
- Richtlijnen en protocollen
- V&VN Algemeen
Veel verpleegkundigen en verzorgenden krijgen te maken met cliënten die geen zorg willen maar het wel nodig hebben. Hoe ga je daarmee om? En hoe krijg je überhaupt mensen in beeld die zorg mijden? De richtlijn Zorgmijding in de eerste lijn biedt hier via een stappenplan de handvatten voor.
“Om te beginnen is het lastig om een sluitende definitie te formuleren voor mensen die zorg mijden,” zegt wijkverpleegkundige en medeopsteller van de richtlijn Froukje van der Honing “Mensen die zich bewust zijn van een probleem maar denken ‘ik ga wel een andere keer bellen’ horen niet bij deze groep. Maar dan nog blijft het heel breed: mensen die zorg mijden ontkennen voor zichzelf dat ze hulp nodig hebben.”
Die ontkenning kan zijn ontstaan door het onvermogen om te vragen, of vanwege weerzin na eerdere ervaringen. “Denk aan eenzame mensen die zich onttrekken aan hun omgeving. Soms is er sprake van beginnende dementie, maar vergis je niet: er zijn ook jongeren die zorg mijden. Iemand die ooit bij de zorg of de gemeente heeft aangeklopt en is geconfronteerd met hulpverleners die over hem of haar praten in plaats van met, kan evengoed besloten hebben dat hij het zelf ook wel kan.”
De ontkenning kan zijn ontstaan door het onvermogen om te vragen, of vanwege weerzin na eerdere ervaringen.
Van der Honing: “Iedereen die in de wijkverpleging werkt, kent ze wel: de puber die onder schooltijd door de buurt dwaalt. Of de oudere dame die de schijn op houdt maar elke dag in dezelfde kleding naar de supermarkt loopt. De vraag is: wanneer knoop je een gesprek aan. En hoe win je vertrouwen? En wanneer is ingrijpen gerechtvaardigd? Dat is moeilijk. Maar het hoort wel bij ons werk. De nieuwe richtlijn bevat informatie, tips en stappenplannen die helpen bij het beantwoorden van die vragen.”
Op elkaar letten
Voor een stevige positie als ‘rots in de branding’ die alles overziet zijn wijkverpleegkundigen en verzorgenden te dun gezaaid op het moment. Vaak zitten ze met bomvolle roosters en wisselen wijken door versnippering van het zorgaanbod regelmatig van handen. Dat maakt overzicht houden moeilijk. Maar Van der Honing weet dat mensen in wijken vaak hechter zijn dan menigeen denkt. “Ik ben wel eens gebeld door een woningcorporatie omdat een onderhoudsmonteur bij een oude dame langs was en het huis rook naar urine. Je kunt je voorstellen dat mensen die de deur nog uitgaan voor een boodschap, in de supermarkt worden gezien, waarna wij worden ingeseind. Dan kan een wijkverpleegkundige vervolgens gaan kijken of het lukt om een gesprek aan te knopen. En voor wie niet precies weet hoe of waar te beginnen: we hebben samen met de richtlijn ook speciale kaarten ontwikkeld die iedere verpleegkundige of verzorgende stapsgewijs helpt in de poging mensen te overtuigen dat ze hulp nodig hebben.”
De richtlijn die we hebben opgesteld kent een breed draagvlak en heeft de juiste diepgang.
Andere route
Belangrijk is wel dat er in de volle breedte van de zorg wordt onderkend dat hier sprake is van een bijzondere groep. “Van de helpenden tot de zorgverzekeraars en de gemeenten moet duidelijk zijn dat je hier een andere route kiest dan normaal. Iemand die zich maanden niet heeft gewassen zet je niet even in 20 minuten onder de douche omdat er voor meer geen bekostiging is. Om maar wat te noemen. Dit zijn geen gewone zorgvragers. Hier is maatwerk nodig.”
Uitdaging
De totstandkoming van de nieuwe richtlijn is wat dat betreft bemoedigend. “De richtlijn die we hebben opgesteld kent een breed draagvlak en heeft de juiste diepgang. Maar ik zie ook dat er in één wijk soms meerdere hulpverleners rondlopen, die dikwijls maar tijdelijk zijn. Ik ben blij dat die mensen er zijn, maar als je ergens tijdelijk bent, dan zie je sneller iemand over het hoofd die niet wil opvallen. Ik hoop sowieso dat de wijken wat minder versnipperd raken: één zorgaanbieder per wijk zorgt voor meer waakzaamheid: dan overzie je als wijkverpleegkundige de hele wijk, niet een paar cliënten en dan door naar de volgende buurt. Verder is het belangrijk dat mensen, van de buurman tot de vakkenvuller in de buurtsuper, hun ogen openhouden en signaleren en snappen dat mensen soms hulp nodig hebben. Dit blijft een uitdaging: in de coronatijd hebben we ons allemaal nog verder achter de voordeur verstopt en met alle digitale mogelijkheden is het eenvoudiger dan ooit om je aan de samenleving te onttrekken. Dat maakt deze richtlijn extra hard nodig.”
De richtlijn Zorgmijding in de eerste lijn is in samenwerking met V&VN en met financiering van ZonMw ontwikkeld door het Trimbos instituut.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.